Thuiskomen | Mensen | Beelden | Contact | Zoom
down under
Jurgen Goossens |
Over immigranten kunnen wij in Zeel een aardig stukje meeklappen, maar over emigranten… daar weten we weinig of niets over te vertellen. Het ligt niet voor de hand om zo maar je boeltje te pakken en te verhuizen naar een ander land. De laatste jaren zagen we op tv verschillende reeksen over Belgen in het buitenland. Frankrijk, Spanje, Italië scoren hoog, maar sommigen zoeken het heel wat verder. Jurgen Goossens bijvoorbeeld. Jurgen zat bij mij in het tweede leerjaar toen ik aan mijn schoolcarrière begon in 1978.
Na de lagere school ben ik hem uit het oog verloren en in de jaren negentig hebben we samen nog enkele jaren geminnezangerd. En dan verdween hij uit mijn vizier tot ik acht jaar geleden van zijn ouders hoorde dat hij met zijn gezin geëmigreerd was naar Nieuw Zeeland. |
Roots | ||||
Jurgen zette de eerste keer zijn keel open op 25 augustus 1971. Zijn vader is Hubert Goossens en zijn mama Jenny Christiaens. Toen ik geboren werd, steekt Jurgen van wal, had mijn ma een klein kruidenierswinkeltje in de Drieputtenstraat en mijn pa werkte bij Polysar in Antwerpen. Na zijn uren was hij ook nog actief bij Freddy Vercauteren om tv’s en videotoestellen te repareren. Ik was het eerste kleinkind in de familie zowel langs vaders- als moederskant. Ik stond dus meer dan in de belangstelling. Na mij kwamen onze Manuel (1975) en ons Tiny (1979). |
School Toen ik in het vijfde zat kregen we bezoek van Ignaas De Lil. Hij was dirigent van ‘De Minnezangertjes’ en kwam in onze klas zangertjes ronselen. Ik werd goed bevonden en bijna 20 jaar heb ik in het koor gezongen. Dat was een mooie tijd. |
Tweede leerjaar - 1978-1979 - Basisschool Pius X |
Het was logisch dat ik ook het secundair in het Pius X-college volgde, gaat Jurgen verder. Dat was plots een andere wereld want het onderwijs was gemengd en het was ook de tijd van het VSO (Vernieuwd Secundair Onderwijs). Ik ben gestart in de Latijnse. Frans was niet aan mij besteed, wiskunde deed ik graag maar bijster vlotjes liep dat toch niet. Van kindsbeen af was ik gefascineerd door alles wat met wetenschappen en natuur te maken had. Ik had thuis een serieuze collectie video’s met documentaires die ik opgenomen had. In het derde jaar koos ik voor Latijn-Moderne Talen en daar kregen we les van Armand Van De Veire, een schat van een leraar, een zalige man. Maar de richting werd iets te zwaar voor mij. Ik ben altijd een middelmatige leerling geweest, maar nooit een uitblinker. |
Ik moest in de Latijnse serieus gas geven om mee te kunnen. Na het vierde jaar gaven ze me de raad over te stappen naar Wetenschappen-Talen. Ik heb die zomervakantie bijlessen gekregen voor scheikunde om te kunnen aansluiten. Die mevrouw die me bijschoolde, moet haar werk goed gedaan hebben, want in het vijfde jaar was ik plots de kei voor scheikunde in onze klas. Ik vond dat allemaal zo logisch en dat gaf mijn zelfvertrouwen echt een boost. |
Scheikunde In mijn eerste jaar liep het allesbehalve van een leien dakje. In juni was ik zo maar eventjes voor 11 van de 15 vakken gebuisd. Die vakantie heb ik gestudeerd dat de stukken eraf vlogen en in de tweede zit raakte ik net met de hakken over de sloot, ik haalde 600 op 1000, het absolute minimum. In het tweede en derde jaar ging het allemaal veel makkelijker en in juni 1992 had ik mijn diploma op zak. In mijn laatste jaar had ik stage gelopen bij mijn buurman Christiaan D’hooge in BP-Chemicals en nog voor ik afstudeerde, boden ze me een job aan als shift-laborant. Dat was een goed betaalde baan. Vier jaar later verhuisde ik naar de afdeling research. Dat boeide me meer dan al die routinetesten. Dat heb ik 5 jaar gedaan en dan werd ik gepromoveerd tot foreman van een groep van 10 chemisten. Ik was wel de jongste van het team. Binnen het bedrijf had ik hiervoor een goede opleiding gekregen. Ik moest de zaak wel in goede banen leiden maar ik was een deel van het team. Door mensen te waarderen en ieders kwaliteiten te erkennen kan je met zo’n groep van mensen veel bereiken. Na vijftien jaar hield ik het bij BP voor bekeken en wou ik iets anders doen. Bij Electrabel vond ik toen een nieuwe uitdaging in de kerncentrale van Doel. |
Verliefd-Verloofd-Getrouwd Toen Ann, die pharmaceutische scheikunde gekozen had, afstudeerde in 1993 zijn we gaan samenwonen in het Groot Begijnhof in Sint-Amandsberg. We waren toen nog niet getrouwd, maar omdat we de grootjuffer van het begijnhof op ons eerstecommuniezieltje beloofden dat we het jaar daarop zouden trouwen, konden we een bovenverdieping van een huisje huren en dat was goedkoper dan een kot. In 1994 zijn we dan getrouwd. Lang hebben we in het begijnhof niet meer gewoond. Een begijnhof is een oase van rust maar om elf uur ’s avonds sluit men de poort en die gaat om zeven uur ’s morgens terug open. Niet simpel als je in ploegen werkt. We wilden wat meer zelfstandigheid en in de buurt konden we een huis kopen in de Adolf Baeyensstraat. Een jaar lang hebben we heel wat tijd gespendeerd aan het renoveren ervan zodat het ons huisje werd. |
Reizen Een passie die Ann en ik deelden, was reizen. Voor onze huwelijksreis trokken we naar Kenia en dat was een fantastische ervaring. Daarna trokken we met de tent of met de rugzak naar Ierland, Turkije, Griekenland, Frankrijk, Zwitserland en ook in ‘Dardennen’ hadden we ons hart verloren. In 2000 dachten we aan ons derde hoofdstuk: kindjes en in 2001 is ons Ilana geboren. Ilana is een Hebreeuws-Arabische naam die ‘de stralende, de schitterende’ en ‘zonneschijn’ betekent, verduidelijkt Jurgen. De geboorte van onze dochter veranderde ons leven serieus. Plots was er iemand waar we voor moesten zorgen. In het begin was het een beetje zoeken, maar uiteindelijk lukte dat wel. We moesten wel een brok vrijheid opofferen maar ik denk, zegt Jurgen, dat Ilana nog maar een jaar oud was als we met haar naar Bretagne trokken. De vraag of we in België zouden blijven liet me niet los. Ik wilde meer van de wereld zien en al die reportages over Belgen in het buitenland waren koren op mijn molen. We hebben lange tijd aan Frankrijk gedacht om te emigreren. Bretagne en Normandië leken ons wel iets. Alleen, zegt Jurgen, die huizen daar kostten stukken van mensen en dan had je meestal nog maar een ruïne waar je nog een pak geld moest tegenaan smijten om ze te renoveren. |
Passie |
Kiezen En waar vind je walvissen en dolfijnen? gaat hij verder. Er waren veel plaatsen op aarde, maar Nieuw Zeeland leek ons ideaal omdat dat land tamelijk westers is. In 2006 was het eindelijk zover. Onze dochter mochten we bij familie parkeren en Ann en ik trokken naar Nieuw Zeeland. Vier weken lang trokken we door het land. We landden in Auckland, de hoofdstad, met een joekel van een jetlag. We toerden eerst op het Noordereiland om dan de oversteek te maken naar het Zuidereiland. Dat eiland heeft direct ons hart gestolen, dat was ‘the place to be’. Nieuw Zeeland heeft een prachtige natuur, afwisselende landschappen, veel ruimte, vriendelijke mensen en huizen die kwalitatief veel minder waren dan wij in België gewoon zijn. Een maand later waren we echter nog niet veel wijzer. |
Terug thuis was het een beetje ‘Doen we het of doen we het niet?’. Geen makkelijke vraag. Ik begon wat te surfen op internet en uiteindelijk beslisten we om toch maar te proberen te emigreren naar Nieuw Zeeland. Maar, voegt Jurgen er aan toe, dat is echt makkelijker gezegd dan gedaan. Het land heeft een immigratiedienst en om in aanmerking te komen moet je aan een aantal strenge voorwaarden voldoen. Het werkt met een puntensysteem en pas wanneer je voldoende punten haalt, kan je een aanvraag tot immigratie indienen. We zijn toen echt waar aan een ware calvarietocht begonnen. |
Een mallemolen van papieren en certificaten, dat het een lieve lust was. We ondergingen een medische keuring, we moesten allebei een taalexamen afleggen, onze diploma’s laten ratificeren, bewijzen dat we een blanco strafregister hadden… kortom veel was niet genoeg. Aan het einde van de rit bleek dat we te weinig punten hadden. Ons graduaatdiploma (nu bachelor) scoorde onvoldoende punten. Universitairen of degelijke vaklui liggen beter in de Nieuw Zeelandse markt. Maar het grote punt was dat ik geen werk had, zegt Jurgen. Had ik werk gehad, zou het geen probleem geweest zijn. |
Knopen doorhakken Avonden lang hebben Ann en ik alles afgewogen en uiteindelijk hebben we in september 2007 samen beslist om het er toch maar op te wagen. We zouden met een toeristenvisum vertrekken en zo proberen werk te vinden. En dan begon het serieuze werk: ons huis verkopen en al onze bezittingen stockeren. Op 20 februari 2008 gingen we vertrekken. In november stelden we ons huis te koop, maar buiten enkele sporadische bezoekers was er geen interesse. Ondertussen waren we druk bezig met alles bij Anns ouders te stockeren wat we wilden meenemen. |
|
We hebben zo veel mogelijk meegenomen: meubels, huisraad, fietsen, wasmachine, instrumenten, kampeergerief, zelfs verf… We moesten alles nummeren en oplijsten én, niet onbelangrijk, het moest echt clean zijn, er mocht geen spatje aarde in het land gebracht worden. Als de container toekomt, wordt deze grondig geïnspecteerd en mocht het niet in orde zijn, werd de container uitgerookt. Daar zijn we eerlijk gezegd een tijd mee zoet geweest, voegt Jurgen er aan toe. Twee weken voor ons vertrek kwam een koppeltje ons huis bezichtigen en zij waren onmiddellijk verkocht. |
Dat was voor ons een probleem minder. Voor onze familie en onze vrienden hebben we een afscheidsfeestje gegeven. |
Emigreren |
Werk? In Nieuw Zeeland noppes. Ik was een buitenlander, een vreemdeling én ik had geen werkvergunning. Na drie maanden moesten we ons toeristenvisum verlengen en pas na een half jaar heb ik werk gevonden. Een goudmijn zocht een man met mijn profiel en ik heb dat bedrijf een beetje gestalkt om toch op gesprek te kunnen gaan. Ik kwam terecht bij een Canadees die mijn probleem verstond. Ik kreeg mijn job én hij zou zorgen dat ik een werkvergunning kreeg. Dat was echt een pak van mijn hart, bekent Jurgen. Een ideale job was het niet. De mijn lag op anderhalf uur van waar we woonden, ik moest shiften kloppen van 12 uur, met de veiligheidsvoorschriften werd een loopje genomen, het was ongezond werk en bovendien was het nog slecht betaald ook. Maar ik had werk! |
Alle goede dingen… |
Langs onze neus vroegen we aan de makelaar de prijs. Hij wou geen prijs geven, wij moesten een bod doen. Dat was echt niet makkelijk, zegt Jurgen, maar we deden toch een bod een pak lager dan we dachten dat het waard was. De makelaar beloofde te overleggen met de eigenaars en een half uurtje later kregen we een telefoontje met de boodschap: ‘Proficiat, u hebt een huis gekocht’. We hadden een mooi huis op een heuvel, zicht op zee, twee verdiepingen, twee livings, twee badkamers, een grote keuken met alles erop en eraan, zonnepanelen, een 4 ha groot bos met een riviertje erdoor… ’t Was te mooi om waar te zijn, en toch! We waren in de zevende hemel! We moesten zelfs niet lenen, we konden het zo betalen met het geld van ons huis in Gent. Settelen Eens we dat visum hadden, mocht Ilana ook naar school. Ze is gestart in de eerste klas en het was verbazingwekkend hoe snel zij het Engels leerde. Zij praat nu Kiwi-Engels terwijl ze aan ons nog altijd vragen van waar we komen. Eens we gesetteld waren, is Ann ook beginnen uitkijken naar een job en die vond ze in een keuken van een school. Dat was niet in verhouding tot haar opleiding, maar koken is voor Ann een passie en ze vindt het leuk werken daar. Ze werkt ook maar halftime. |
Zo dicht bij de zee begon mijn watermicrobe weer te kriebelen, vervolgt Jurgen, en vrij snel kocht ik een kajak. Even later volgde dan een grotere kajak en dan liet ik mijn oog vallen op een zeilboot van 7 meter lang. Die boot hangt achter mijn auto (een Toyota 4WD) en zo kunnen we overal naar toe om te zeilen. ’t Was in het begin wel even uitkijken met zo’n gevaarte van twee ton op de baan. Bergop geen probleem, bergaf ging het soms iets te vlotjes en ik beken, zegt Jurgen, dat ik ze in het begin serieus genepen heb en een paar keer veel chance heb gehad, maar nu ken ik het klappen van de zweep. |
Als we soms met Belgen samen komen, duurt het geen vijf minuten of het gaat over eten en drinken. Onze Bourgondische aard hebben we blijkbaar meegekregen met onze moedermelk. Brouwen is ondertussen ook een hobby van me geworden, want de kwaliteit van het bier hier is niet om over naar huis te schrijven. Ik heb al vijftien brouwsels op mijn actief en het is iedere keer opnieuw een uitdaging om een bier te brouwen met een zekere volheid en een lekkere smaak. Mijn biertjes halen soms 11° en daar slaan de Nieuw Zeelanders echt van achterover.
|
Gemis | ||
En mis je niks? vraag ik hem. O ja, lacht Jurgen, de echte Belgische biertjes, de chocolade van de Côte d’Or en de speculaas van Lotus maar, alle gekheid op een stokje, onze familie die missen we eigenlijk het meest. We hopen altijd dat ze eens op bezoek komen zodat ze met hun eigen ogen kunnen zien waarom we verhuisd zijn, want dat is moeilijk uit te leggen via foto’s of Skype. Anns zus en schoonbroer zijn hier al geweest en ook enkele goede vrienden kwamen al op bezoek. We hadden ons voorgenomen om om de drie jaar naar België te gaan. De laatste keer was dat in 2011. Dat was best leuk, want de familie deed ontzettend haar best om ons te ontvangen als koningen. Het afscheid was emotioneel moeilijk, want je beseft dat het mogelijk is dat je sommige mensen de laatste keer ziet. |
Toen we weer terugvlogen en landden in Dunedin kwam er echter ook een zekere rust over ons en hadden we de eerste keer het gevoel dat we thuiskwamen. In 2011 is ons lieve oma overleden en eind 2012 werd mijn mama opgenomen in de kliniek. Kanker. De berichten waren allesbehalve hoopvol en ik dacht, zegt Jurgen, dat ziet er niet goed uit. Begin februari 2013 ben ik dan halsoverkop teruggekeerd naar België. Ik wou mijn mama nabij zijn. Ik ben er twee weken gebleven en ik heb geprobeerd om te helpen waar ik kon. En dan moest ik terug naar huis, ik had geen verlof meer. Dat afscheid was hard, verschrikkelijk hard, dat kan ik je verzekeren, zegt Jurgen. Twee maanden later, op 17 april 2013 is ons mama gestorven. 63 jaar. Dat zijn harde kloppen en dan pas besef je dat je aan het andere eind van de wereld zit. |
Ilana Sabbatical |
Groenten zijn hier verschrikkelijk duur en daarom hebben we een grote groentetuin waar we veel groenten en aardappelen winnen. Aardappelen voor frietjes, we blijven tenslotte Belgen, lacht hij. |
Ik ben toen een jaar naar de unief getrokken en volgde er een programma ecologie en marinebiologie. Dat was allemaal enorm interessant, maar studeren, dat was andere koek. Ik begreep alles, maar kon het niet onthouden. ’t Was tenslotte 25 jaar geleden dat ik op de schoolbanken gezeten had. Ik heb er toen mijn tanden ingezet en dag en nacht heb ik gestudeerd en in alle bescheidenheid mijn minste vak was 85%. Na dat jaar maakte ik me de bedenking dat ik bijna 50 zou zijn voor ik mijn masterdiploma kon behalen en ik vroeg me af of het sop dan nog de kool waard zou zijn. Ik wou in de natuur zijn en liefst nog op het water. |
En op een dag… Vind je de job van je leven. In de haven van Dunedin zocht een bedrijf dat wildlife cruises op zee organiseert een medewerker. Met een boot gaan ze op zee om dieren als albatrossen, zeeleeuwen, pelsrobben, dolfijnen en walvissen te spotten. Zo’n job, die beet natuurlijk onmiddellijk in mijn bil, zegt Jurgen. Ik schreef een brief en vertelde daarin uitgebreid over mijn interesses en passies en na twee interviews was het in kannen en kruiken: ik kreeg de job. |
Ik vaar nu iedere dag met toeristen de zee op. We zijn slechts met twee bemanningsleden: de kapitein en ik. Vanaf 25 toeristen komt er nog een derde man bij. De kapitein staat aan het roer en gidst meestal en ik zorg voor de rest. Dat betekent dat ik zo’n beetje van alles doe: van het onthaal van de mensen, gidsen, lijnengooien, tot het opkuisen van braaksel. Sommige toeristen hebben nu eenmaal geen zeebenen of moet ik zeggen maag. Maar ik heb eindelijk mijn doel bereikt, mijn droom is werkelijkheid geworden, ik heb van mijn hobby mijn werk kunnen maken en dat is gewoon fantastisch. Ik dacht terug aan wat ik ooit gelezen had in dat boek ‘De kracht van de geest’. |
En dan heb ik nog plannen, verklapt Jurgen, maar daar ga ik nu nog niks over zeggen.
Op mijn klok is het vrijdag 23 uur 30, bij Jurgen is het zaterdag 10 uur 30.
Jurgen is aan het einde van zijn spreekwoordelijke Latijn, voor mij lonkt de bedstee.
In bijna vijf uren heeft hij me zijn levensverhaal verteld.
Voor één keer heeft Elsschot ongelijk als hij beweert
dat tussen droom en werkelijkheid wetten en praktische bezwaren staan.
Jurgens droom is werkelijkheid geworden.
Ik word er stil van.
Bedankt, Jurgen, voor je verhaal en als je nog eens in Zele passeert drinken we samen ne goeie!
Mark De Block
17-I-2016
© Mark De Block
Thuiskomen